ECME

Refractaire en onverklaarbare chronische hoest

Hoesten is een fysiologisch beschermingsmechanisme, maar chronische hoest -gedefinieerd als een hoest die langer dan 8 weken aanhoudt- kan als pathologische afwijking beschouwd worden1. De prevalentie van chronische hoest is 10,9% onder mensen van 45 jaar en ouder in Nederland.2 Chronische hoest kan aanzienlijke psychologische stress, sociaal stigma en een verminderde kwaliteit van leven veroorzaken1.

Chronische hoest kan verschillende oorzaken hebben, waaronder aandoeningen van de bovenste luchtwegen, astma, eosinofiele bronchitis en gastro-oesofageale reflux.3 Wanneer de hoest ondanks de behandeling van de onderliggende oorzaak niet vermindert, is er sprake van refractaire chronische hoest (RCC). Indien er bij patiënten na grondige diagnostiek geen onderliggende oorzaak kan worden vastgesteld, wordt dit aangeduid als onverklaarde chronische hoest (UCC).3 De schattingen van de prevalentie van RCC en UCC variëren aanzienlijk, afhankelijk van gebruikte definities en onderzoekssetting. Op basis van ervaringen uit de Nederlandse klinische praktijk werd een prevalentie van respectievelijk 37,5% en 9,5% gemeld voor RCC en UCC.3

In 2019 publiceerde de European Respiratory Society (ERS) een richtlijn over de diagnostiek en behandeling van chronische hoest. In deze richtlijn werd aandacht besteed aan een overkoepelend concept van chronisch hoesten: hypersensitiviteit van de hoestreflex. Kenmerkend aan deze neuronale hypersensitiviteit is dat hoest kan worden uitgelokt door lagere dosis prikkelende stimuli en/of zelfs door onschadelijke stimuli.1   

De aanbevelingen voor behandeling van RCC en UCC omvatten zowel medicamenteuze als  niet-medicamenteuze opties en medicamenteuze opties of een combinatie hiervan.1
Ondanks de ingezette behandelingen ervaren veel patiënten helaas geen verbetering in hun kwaliteit van leven of hebben na zes maanden nog steeds te maken met aanzienlijke hoestklachten.2 De behoefte aan nieuwe behandelmogelijkheden voor patiënten met RCC en UCC vormt een belangrijke motivatie voor onderzoek naar nieuwe therapeutische oplossingen. De P2X3R-antagonisten hebben veelbelovende resultaten in klinische trials getoond.4

In deze e-learning gaan twee experts de bovenstaande concepten en ontwikkelingen bespreken in het algemeen en in de context van de lokale klinische praktijk in Nederland en België. 

Referenties: 

  1. Kooistra LA, et al. Chronische hoest bij volwassenen. Ned Tijdschrift voor Geneeskunde. 2021;165:D6100
  2. Arinze JT, et al. Prevalence and incidence of, and risk factors for chronic cough in the adult population: the Rotterdam Study. ERJ Open Res. 2020;6:00300–2019.
  3. Van den Berg JW, et al. The demographics, clinical characteristics and quality of life of chronic cough in patients from the Isala Cough Clinic in the Netherlands. ERJ Open Res. 2022;8:00232–2022.
  4. McGarvey LP, et al. Efficacy and safety of gefapixant, a P2X3 receptor antagonist, in refractory chronic cough and unexplained chronic cough (COUGH-1 and COUGH-2): results from two double-blind, randomised, parallel-group, placebo-controlled, phase 3 trials. Lancet. 2022;399:909–23.

Voor wie?

Deze geaccrediteerde e-learning is toegespitst op longartsen, verpleegkundig specialisten en andere specialismen die actief betrokken zijn bij de behandeling van patiënten met chronische hoest.

Accreditatie is door de V&VN en VSR toegekend voor 2 punten. 

Deze e-learning bestaat uit een opname van de live webinar Refractaire en onverklaarbare chronische hoest van afgelopen 9 november 2023.

NL-NON-02879 | Laatst bijgewerkt 7 november 2024

Ontmoet de sprekers

Prof.dr.Lieven Dupont

longarts UZ Leuven België