ELCC 2025: Welke pembrolizumabstudies verwachten we?

Een overzicht met studiepresentaties over Keytruda (pembrolizumab) op de European Lung Cancer Congress 2025
We kijken zoals altijd uit naar de European Lung Cancer Congress (ELCC) 2025, dat dit jaar van 26 t/m 29 maart in Parijs plaatsvindt. Ook kregen we de vraag om het werkveld voorafgaand aan het congres te informeren over nieuwe pembrolizumabstudies die dan gepresenteerd worden. Daarom hebben we een selectie gemaakt van studies voor gemetastaseerd en resectabel NSCLC die mogelijk interessant zijn.
Hieronder het overzicht met pembrolizumabstudies per congresdag.
Agenda
Thursday 27th of March 2025
Session | Type | Time | Room |
5MO – First-line adagrasib (ADA) with pembrolizumab (PEMBRO) in patients (pts) with advanced/metastatic KRASG12C-mutated non-small cell lung cancer (NSCLC) and PD-L1 _50% from the phase 2 portion of KRYSTAL-7 | Oral session | 16:00-16:05 | South Paris |
8MO – Subcutaneous (SC) Versus Intravenous (IV) Pembrolizumab (Pembro) Plus Chemotherapy (CT) in Metastatic Non-Small Cell Lung Cancer (mNSCLC): Phase 3 MK 3475A-D77 Trial | Oral session | 16:30-16:35 | South Paris |
Friday 28th of March 2025
Session | Type | Time | Room |
23P – Early pembrolizumab clearance as a sensitive prognostic biomarker for survival in patients with advanced non-small cell lung cancer | Poster Display Session | 13:00-13:45 | Poster Area |
24P – 5-Year Real-World Outcomes with First-Line (1L) Pembrolizumab Plus (+) Chemotherapy in Advanced/Metastatic NSCLC | Poster Display Session | 13:00-13:45 | Poster Area |
33P – A Multi-country Time & Motion (T&M) Study of Subcutaneous (SC) vs Intravenous (IV) Pembrolizumab (Pembro) plus Chemotherapy (Chemo) in Metastatic Non-small Cell Lung Cancer (mNSCLC) | Poster Display Session | 13:00-13:45 | Poster Area |
46P – Comparison of camrelizumab, pembrolizumab, tislelizumab, and sintilimab as first line treatment in patients with non-small cell lung cancer: a retrospective study | Poster Display Session | 13:00-13:45 | Poster Area |
85P – Phase I results from the Phase I/II POTENT trial of Tepotinib and Pembrolizumab in Non-Small Cell Lung Cancer (NSCLC) | Poster Display Session | 13:00-13:45 | Poster Area |
99P – The effect of KRAS mutation subtypes on the efficacy of first-line pembrolizumab in stage IV non-small cell lung cancer patients with high PD-L1 expression. | Poster Display Session | 13:00-13:45 | Poster Area |
127TiP – RELATIVITY-1093: a randomized, phase 3 study of first-line nivolumab (NIVO) + relatlimab (RELA) high dose (HD) with platinum-doublet chemotherapy (PDCT) vs pembrolizumab (PEMBRO) + PDCT in patients with metastatic NSCLC having tumor PD-L1 expression _ 1% and non-squamous (NSQ) histology | Poster Display Session | 13:00-13:45 | Poster Area |
128TiP – ABBIL1TY NSCLC-06: A Global, Randomized, Open-Label, Phase 3 Trial of Acasunlimab in Combination With Pembrolizumab (Pembro) vs Docetaxel in Checkpoint Inhibitor (CPI)-Experienced Patients With PD-L1+ Metastatic Non-Small Cell Lung Cancer (mNSCLC) | Poster Display Session | 13:00-13:45 | Poster Area |
131TiP – TACTI-004: a double-blinded, randomized phase 3 trial in patients with advanced/metastatic non-small cell lung cancer receiving eftilagimod alfa (MHC class II agonist) in combination with pembrolizumab (P) and chemotherapy (C) versus placebo + P + C | Poster Display Session | 13:00-13:45 | Poster Area |
133TiP – A Randomized Phase 3 Study of Ivonescimab Versus Pembrolizumab as First-Line Treatment of Metastatic Non-Small Cell Lung Cancer as First-Line Treatment of Metastatic Non-Small Cell Lung Cancer With High Tumor PD-L1 Expression: HARMONi-7 | Poster Display Session | 13:00-13:45 | Poster Area |
186O – Pembrolizumab (Pembro) Plus Concurrent Chemoradiation Therapy (cCRT) in Unresectable Locally Advanced Non-Small-Cell Lung Cancer (NSCLC): Final Analysis of KEYNOTE-799 | Proffered Paper Session | 14:55-15:05 | South Paris |
Raadpleeg de volledige productinformatie (SPC) alvorens KEYTRUDA voor te schrijven.
Voor de volledige en meest recente productinformatie verwijzen wij naar de goedgekeurde SPC op www.ema.europa.eu Samenstelling: Eén injectieflacon met 4 ml concentraat bevat 100 mg pembrolizumab. Elke ml concentraat bevat 25 mg pembrolizumab. Therapeutische indicaties: Als monotherapie geïndiceerd voor: gebruik bij volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder voor de behandeling van gevorderde (inoperabel of gemetastaseerd) melanoom, adjuvante behandeling bij volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder met stadium IIB-, stadium IIC- of stadium III-melanoom en bij wie complete resectie heeft plaatsgevonden, behandeling van resectabel niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) bij volwassenen met een hoog risico op recidief (in eerste instantie als neoadjuvante behandeling in combinatie met platinumbevattende chemotherapie, daarna voortgezet als monotherapie als adjuvante behandeling), adjuvante behandeling van NSCLC bij volwassenen met een hoog risico op recidief na complete resectie en platinumbevattende chemotherapie, eerstelijnsbehandeling van gemetastaseerd NSCLC bij volwassenen met tumoren die PD-L1-expressie vertonen met een tumour proportion score (TPS) ≥ 50 % zonder EGFR- of ALK-positieve tumormutaties, behandeling van lokaal gevorderd of gemetastaseerd NSCLC bij volwassenen met tumoren die PD-L1-expressie vertonen met een TPS ≥ 1 % en die ten minste één eerdere chemotherapie hebben ondergaan (Patiënten met EGFR- of ALK-positieve tumormutaties moeten tevens een hierop gerichte behandeling hebben ondergaan vóór behandeling met KEYTRUDA), behandeling van volwassenen en kinderen van 3 jaar en ouder met recidief of refractair klassiek hodgkinlymfoom (cHL) bij wie autologe stamceltransplantatie (ASCT) heeft gefaald of na minstens twee eerdere behandelingen indien ASCT geen behandelmogelijkheid is, behandeling van lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcarcinoom (UC) bij volwassenen die eerder platinumbevattende chemotherapie hebben ondergaan, behandeling van lokaal gevorderd of gemetastaseerd UC bij volwassenen die niet in aanmerking komen voor cisplatinebevattende chemotherapie en bij wie de tumoren PD-L1-expressie vertonen met een combined positive score (CPS) ≥ 1, behandeling van terugkerend of gemetastaseerd hoofd-halsplaveiselcelcarcinoom (HNSCC) bij volwassenen bij wie de tumoren PD-L1-expressie vertonen met een TPS ≥ 50 % en die progressie vertonen met of na platinumbevattende chemotherapie, adjuvante behandeling van volwassenen met niercelcarcinoom met een verhoogd risico op recidief na nefrectomie of na nefrectomie en resectie van gemetastaseerde laesies. Geïndiceerd bij volwassenen met microsatellietinstabiel (MSI-H-) of mismatch-repair-deficiënt (dMMR-) colorectaalcarcinoom (CRC) in de volgende gevallen: 1) eerstelijnsbehandeling van gemetastaseerd CRC, 2) inoperabel of gemetastaseerd CRC na eerdere fluoropyrimidinebevattende combinatietherapie. Geïndiceerd voor de behandeling van de volgende MSI-H- of dMMR-tumoren bij volwassenen met: 1) gevorderd of terugkerend endometriumcarcinoom (EC) met ziekteprogressie tijdens of na eerdere behandeling met een platinumbevattende therapie in welke behandelfase dan ook en die niet in aanmerking komen voor curatieve chirurgie of bestraling, 2) inoperabel of gemetastaseerd maagcarcinoom, dunnedarmcarcinoom, of galweg- of galblaascarcinoom met ziekteprogressie tijdens of na ten minste één eerdere behandeling. In combinatie met pemetrexed en platinumbevattende chemotherapie geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van gemetastaseerd niet-plaveiselcel-NSCLC bij volwassenen met tumoren zonder EGFR- of ALK-positieve mutaties. In combinatie met carboplatine en ofwel paclitaxel of nab-paclitaxel geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van gemetastaseerd plaveiselcel-NSCLC bij volwassenen. Als monotherapie of in combinatie met platinum- en 5-fluoro-uracil (5‑FU)-chemotherapie geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van gemetastaseerd of inoperabel terugkerend HNSCC bij volwassenen bij wie de tumoren PD-L1-expressie vertonen met een CPS ≥ 1. In combinatie met axitinib of lenvatinib geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van gevorderd niercelcarcinoom (RCC) bij volwassenen. In combinatie met platinum- en fluoropyrimidinebevattende chemotherapie geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van patiënten met lokaal gevorderd inoperabel of gemetastaseerd carcinoom van de slokdarm, bij volwassenen bij wie de tumoren PD-L1-expressie vertonen met een CPS ≥ 10. Geïndiceerd voor de behandeling van volwassenen met lokaal gevorderd of vroegstadium triple-negatief mammacarcinoom (TNBC) met een hoog risico op een recidief. In eerste instantie als neoadjuvante behandeling in combinatie met chemotherapie. Daarna voortgezet als monotherapie als adjuvante behandeling na een operatie. In combinatie met chemotherapie, geïndiceerd voor de behandeling van lokaal terugkerende inoperabele of gemetastaseerde TNBC bij volwassenen bij wie de tumoren PD-L1-expressie vertonen met een CPS ≥ 10 en die niet eerder chemotherapie voor gemetastaseerde ziekte hebben gekregen. In combinatie met lenvatinib, geïndiceerd voor de behandeling van gevorderd of terugkerend EC bij volwassenen met ziekteprogressie tijdens of na eerdere behandeling met een platinumbevattende therapie in welke setting dan ook en die niet in aanmerking komen voor curatieve chirurgie of bestraling. In combinatie met chemotherapie met of zonder bevacizumab, geïndiceerd voor de behandeling van aanhoudend, terugkerend of gemetastaseerd cervixcarcinoom bij volwassenen bij wie de tumoren PD-L1-expressie vertonen met een CPS ≥ 1. In combinatie met trastuzumab, fluoropyrimidine- en platinumbevattende chemotherapie, geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van lokaal gevorderd inoperabel of gemetastaseerd HER-2-positief adenocarcinoom in de maag of van de maag-slokdarm-overgang, bij volwassenen bij wie de tumoren PD-L1-expressie vertonen met een CPS ≥ 1. In combinatie met fluoropyrimidine en platinumbevattende chemotherapie, geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van lokaal gevorderd, inoperabel of gemetastaseerd HER‑2‑negatief adenocarcinoom in de maag of van de maag-slokdarm-overgang, bij volwassenen bij wie de tumoren PD-L1-expressie vertonen met een CPS ≥ 1. In combinatie met gemcitabine en cisplatine, geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van lokaal gevorderd, inoperabel of gemetastaseerd galblaas- en galwegcarcinoom bij volwassenen. In combinatie met enfortumab vedotine, geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van inoperabel of gemetastaseerd UC bij volwassenen. In combinatie met carboplatine en paclitaxel, geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van primair gevorderd of terugkerend endometriumcarcinoom, bij volwassenen die in aanmerking komen voor een systemische behandeling. In combinatie met chemoradiotherapie (uitwendige bestralingstherapie gevolgd door brachytherapie), geïndiceerd voor de behandeling van lokaal gevorderd cervixcarcinoom in FIGO 2014-stadium III – IVA, bij volwassenen die niet eerder een definitieve behandeling kregen. Contra-indicaties: Overgevoeligheid voor een van de ingrediënten. Belangrijke waarschuwingen: KEYTRUDA moet permanent worden gestopt bij graad 4 of terugkerende graad 3 bijwerkingen, tenzij anders gespecificeerd in tabel 1 van de SPC. Alleen bij patiënten met cHL moet KEYTRUDA bij graad 4 hematologische toxiciteit worden onderbroken tot bijwerkingen afnemen tot graad 0-1. PD-L1- status: Wanneer de PD-L1-status van een tumor wordt beoordeeld, moet een goed gevalideerde en robuuste methodologie worden gekozen om vals-negatieve of vals-positieve bepalingen te minimaliseren. Immuungemedieerde reacties: Immuungemedieerde bijwerkingen, waaronder ernstige gevallen en gevallen met fatale afloop, zijn voorgekomen met pembrolizumab.De meeste gevallen waren reversibel en beheersbaar door onderbrekingen van pembrolizumab, toediening van corticosteroïden en/of ondersteunende zorg. Gebaseerd op klinisch onderzoek kan de toevoeging van andere systemische immunosuppressiva worden overwogen. Pembrolizumab mag worden herstart binnen 12 weken na de laatste dosis KEYTRUDA als de bijwerking herstelt tot graad ≤ 1 en de corticosteroïddosis verminderd is tot ≤ 10 mg prednison of equivalent per dag. Immuungemedieerde bijwerkingen die invloed hebben op meerdere lichaamssystemen kunnen gelijktijdig voorkomen. Transplantaatgerelateerde reacties: Behandeling met pembrolizumab kan het risico op afstoting vergroten bij ontvangers van een orgaantransplantaat. Infusiegerelateerde reacties: Ernstige infusiegerelateerde reacties zijn gemeld, waaronder overgevoeligheid en anafylaxie. Staak de infusie bij graad 3 of 4 infusiereacties en stop permanent met pembrolizumab. Patiënten met een lichte of graad 1 of 2 infusiereactie kunnen pembrolizumab onder nauwlettend toezicht blijven krijgen; premedicatie met antipyretica en antihistaminica kan worden overwogen. Gebruik van pembrolizumab in combinatie met chemotherapie: pembrolizumab in combinatie met chemotherapie moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten van 75 jaar en ouder na zorgvuldige afweging van de voordelen en risico’s op individuele basis. Gebruik van pembrolizumab bij patiënten met UC die eerder platinumbevattende chemotherapie hebben ondergaan: Artsen moeten rekening houden met een vertraging in het ontstaan van het effect van pembrolizumab voor het starten van de behandeling bij patiënten met slechtere prognostische kenmerken en/of agressieve ziekte. Gebruik van pembrolizumab bij patiënten met UC die niet in aanmerking komen voor cisplatinebevattende chemotherapie en bij wie de tumoren PD-L1-expressie vertonen met een CPS ≥ 10: Artsen moeten rekening houden met het vertraagde effect van pembrolizumab voor het starten van de behandeling bij patiënten met UC die in aanmerking komen voor combinatiechemotherapie met carboplatine. Er zijn geen gegevens beschikbaar over veiligheid en werkzaamheid bij fragielere patiënten die niet in aanmerking komen voor chemotherapie. Pembrolizumab kan in deze populatie gebruikt worden na het zorgvuldig overwegen van de potentiële baten-risicoverhouding op individuele basis. Gebruik van pembrolizumab voor eerstelijnsbehandeling van NSCLC of HNSCC: Artsen moeten rekening houden met de baten-risicoverhouding van de beschikbare behandelmogelijkheden (pembrolizumabmonotherapie of pembrolizumab in combinatie met chemotherapie) alvorens een behandeling te starten bij patiënten met NSCLC of HNSCC tumoren die PD L1-expressie vertonen. Gebruik van pembrolizumab voor behandeling van patiënten met gevorderd of terugkerend MSI-H- of dMMR-EC: Artsen moeten rekening houden met de baten-risicoverhouding van de beschikbare behandelmogelijkheden (pembrolizumabmonotherapie of pembrolizumab in combinatie met lenvatinib) voordat een behandeling bij patiënten met gevorderd of terugkerend MSI-H- of dMMR-EC wordt gestart. Gebruik van pembrolizumab voor de adjuvante behandeling van patiënten met melanoom: Een trend naar een verhoogde frequentie van ernstige bijwerkingen werd waargenomen bij patiënten van 75 jaar en ouder (beperkte gegevens). Gebruik van pembrolizumab in combinatie met axitinib voor eerstelijnsbehandeling van patiënten met RCC: Er zijn hogere frequenties dan verwacht gemeld van ALAT- en ASAT-stijgingen van graad 3 en 4 bij patiënten met gevorderd RCC. Leverenzymen dienen gecontroleerd te worden voor het starten van de behandeling en periodiek gedurende de behandeling. Frequentere controle van leverenzymen dan bij gebruik van de geneesmiddelen als monotherapie kan worden overwogen. De medische behandelrichtlijnen voor beide geneesmiddelen dienen te worden gevolgd, zie ook SPC van pembrolizumab en axitinib. Gebruik van pembrolizumab voor eerstelijnsbehandeling van patiënten met MSI-H/dMMR CRC: In een klinische studie was de hazardratio op een voorval met betrekking tot totale overleving groter voor pembrolizumab vergeleken met chemotherapie tijdens de eerste 4 behandelmaanden, gevolgd door een langetermijnoverlevingsvoordeel voor pembrolizumab. Gebruik van pembrolizumab voor de eerstelijnsbehandeling van patiënten met CCA: Cholangitis en galweginfecties komen regelmatig voor bij patiënten met CCA. Controleer patiënten met CCA (vooral degenen met galwegstents) vóór aanvang van de behandeling en regelmatig daarna nauwlettend op de ontwikkeling van cholangitis of galweginfecties. Bijwerkingen: Pembrolizumab wordt vooral geassocieerd met immuungemedieerde bijwerkingen. De meeste hiervan, inclusief ernstige reacties, verdwenen na het starten van geschikte medische therapie of het stoppen van pembrolizumab. Voor pembrolizumab als monotherapie in de adjuvante setting was de incidentie van immuungemedieerde bijwerkingen hoger dan in de gemetastaseerde setting De meest voorkomende bijwerkingen bij pembrolizumab als monotherapie in klinische studies zijn: vermoeidheid, diarree en misselijkheid. Het merendeel van de gemelde bijwerkingen had een ernst van graad 1 of 2. De frequentie van bijwerkingen bij pembrolizumabcombinatietherapie was hoger. De meest voorkomende bijwerkingen in klinische studies bij combinatie met chemotherapie waren anemie, misselijkheid, vermoeidheid, diarree, obstipatie, braken, verminderde eetlust, neutropenie, minder neutrofielen en alopecia. De incidentie van graad 3-5 bijwerkingen voor pembrolizumabcombinatietherapie en voor alleen chemotherapie was vergelijkbaar bij patiënten met NSCLC en patiënten met galwegcarcinoom. Bij patiënten met HNSCC was de incidentie van bijwerkingen vergelijkbaar voor pembrolizumabcombinatietherapie en chemotherapie met cetuximab. Bij patiënten met oesofaguscarcinoom en TNBC was de incidentie van graad 3-5 bijwerkingen iets hoger voor pembrolizumabcombinatietherapie dan voor alleen chemotherapie. Bij patiënten met cervixcarcinoom en maagkanker was de incidentie hoger met combinatietherapie dan met respectievelijk chemotherapie met of zonder bevacizumab of chemotherapie met of zonder trastuzumab. De meest voorkomende bijwerkingen in klinische studies bij combinatie met axitinib of lenvatinib waren: diarree, hypertensie, hypothyreoïdie, vermoeidheid, verminderde eetlust, misselijkheid, artralgie, braken, gewichtsverlies, dysfonie, buikpijn, proteïnurie, palmoplantair erytrodysesthesiesyndroom, huiduitslag, stomatitis, obstipatie, skeletspierstelselpijn, hoofdpijn en hoesten. De incidentie van bijwerkingen van graad 3-5 was bij patiënten met RCC hoger voor pembrolizumab in combinatie met axitinib of lenvatinib dan voor alleen sunitinib. De incidentie van bijwerkingen van graad 3-5 was bij patiënten met EC hoger voor pembrolizumab in combinatie met lenvatinib dan voor alleen chemotherapie. Bij de adjuvante behandeling van melanoom werd een trend naar een verhoogde frequentie van ernstige bijwerkingen waargenomen bij patiënten van 75 jaar en ouder. Zie de SPC voor de volledige lijst met bijwerkingen. Als pembrolizumab als combinatietherapie wordt toegediend, raadpleeg dan ook de SPC van de afzonderlijke bestanddelen van de combinatietherapie. Extra veiligheidswaarschuwingen: De voorschrijver moet de risico’s van de KEYTRUDA-behandeling met de patiënt bespreken. De patiënt zal bij elk voorschrift de patiëntenkaart meekrijgen. Farmacotherapeutische groep:ATC code L01FF02. Afleveringswijze: UR Vergoeding: op verstrekking van dit geneesmiddel bestaat aanspraak krachtens de Zorgverzekeringswet. Registratiehouder: Merck Sharp & Dohme B.V., Nederland. Registratienummer: EU/1/15/1024/002/003 Contactgegevens: MSD B.V., tel. 0800-9999000, medicalinfo.nl@merck.com. Datum: Januari 2025.
NL-LAM-00146 I Laatst bijgewerkt februari 2025