Deel dit

Verborgen verdriet

time to read 3 minuten leestijd

Seksualiteit en kanker waar niemand over praat

Seksualiteit en intimiteit zijn kernaspecten van welzijn. Toch blijft dit onderwerp in de oncologische zorg te vaak onbesproken. Wetenschappelijk onderzoek én recente Nederlandse data laten zien dat seksuele problemen na een kankerdiagnose veelvoorkomend, ingrijpend en vaak langdurig zijn. En hoewel ze vaak onbesproken blijven, geven veel patiënten aan dat ze hierover geïnformeerd en ondersteund willen worden4.

Impact: wat patiënten ervaren

Kwalitatieve en kwantitatieve studies beschrijven een breed spectrum aan gevolgen: verminderd verlangen, pijn bij vrijen, erectie- en orgasmeproblemen, isolement en verlies van intimiteit. Een kwalitatieve studie toonde hoe patiënten rouw, verlies van identiteit en onzekerheid ervaren en vaak niet het gevoel hebben dat de zorg dit erkent2. Deze bevindingen worden ondersteund door grootschalige Nederlandse peilingdata: in de Doneer Je Ervaring-peiling (NFK, n=4.044) rapporteerde 75% dat kanker of behandeling van kanker ooit negatieve gevolgen had voor intimiteit of seksualiteit; van die groep ervaart 84% die gevolgen nog steeds4.

Impact: wat zeggen de cijfers?

Jackson et al. tonen verhoogde prevalentie aan van seksuele disfunctie bij kankeroverlevenden3. De NFK-peiling geeft concrete cijfers over actuele klachten: bij respondenten met aanhoudende problemen rapporteerden veel vrouwen minder zin (64%), minder vaginaal vocht (50%) en pijn bij vrijen (40%); bij mannen werden erectieproblemen veel genoemd (76% van de mannen in de getroffene groep), evenals climaxproblemen en verminderd genot. Gemiddelde rapportcijfers voor intimiteit en seksleven daalden duidelijk na kanker: intimiteit van 7,8 naar 6,2; seksleven van 7,5 naar 4,84. Deze veranderingen correleren met een verminderde algemene kwaliteit van leven en hogere prevalentie van depressieve symptomen6.

Het aanhoudende taboe: waarom praten we niet?

Barrières om het onderwerp aan te snijden zijn meervoudig en wederkerig. Zorgverleners rapporteren vaak gebrek aan tijd, training en routine of voelen zich onzeker hoe ze het onderwerp aan moeten te snijden5. Patiënten verwachten schaamte, denken dat hulp ontbreekt of dat zorgverleners het niet belangrijk vinden, en stellen het gesprek uit2. De NFK-peiling laat dat ook zien: 49% zei dat het ziekenhuis hen niet had geïnformeerd dat er mogelijke negatieve gevolgen konden ontstaan op hun intimiteit en seksleven. Daarbij geven patiënten de artsen en verpleegkundigen gemiddeld slechts een 5,6–5,7 voor de aandacht voor deze thema’s4. Daarnaast geeft 34% van degenen die geen hulp kregen aan dat zij wél hulp zouden willen, en een grote groep weet niet of hulp mogelijk is — een teken van informatie- en toegankelijkheidsproblemen.

De NFK-data benadrukken het belang van partnerbetrokkenheid: wanneer zorgverleners aandacht hebben voor de partner, rapporteren patiënten vaker begrip van de partner en betere communicatie4. Dit sluit aan bij kwalitatieve inzichten dat verlies van intimiteit vaak relationele gevolgen heeft en dat partnerondersteuning cruciaal is voor herstel van welzijn2.

Wat richtlijnen adviseren

De AIOM/ESMO pleit ervoor seksuele gezondheid integraal onderdeel te maken van oncologische zorg: systematische screening, vroege informatie, opleiding van professionals en toegang tot multidisciplinaire interventies (medisch, psychologisch, seksuologisch)5. De NFK-rapportage spoort aan tot concrete verbeteringen in informatievoorziening vóór behandeling, routinematige vragen tijdens consulten, gebruik van PROMs (Patient Reported Outcome Measures) en betere doorverwijzing naar hulp4.

Wat zijn de gevolgen?

Seksuele problemen hebben directe impact op verminderde levensvreugde, relatieproblemen en depressieve klachten1. Studies en de NFK-peiling laten ook zien welke stappen relatief eenvoudig te implementeren zijn en veel effect kunnen hebben:

  • Vroege en duidelijke voorlichting vóór behandeling voorkomt verrassingen en schaamte.
  • Routinematige screening of een korte vraag tijdens consulten identificeert wie hulp nodig heeft5.
  • Toegang tot simpele praktische adviezen (glijmiddelen, positie-aanpassingen), bekkenfysiotherapie, medicatie en psychoseksuele begeleiding helpt veel patiënten4.
  • Betrek de partner en zorg voor doorverwijzing naar gespecialiseerde zorg waar nodig4.

Conclusie

Wetenschappelijke literatuur en recente Nederlandse gegevens zijn eenduidig: seksuele problematiek na kanker is veelvoorkomend, heeft flinke impact op kwaliteit van leven, en wordt te vaak over het hoofd gezien. Het taboe houdt stand door wederzijdse terughoudendheid en organisatorische barrières, niet door een gebrek aan effectieve interventies. Het structureel agenderen van seksualiteit — met informatie, routinematige vragen, partnerbetrokkenheid en doorverwijzing — is een praktische en noodzakelijke stap om de kwaliteit van leven van mensen met kanker te verbeteren2,4,5.

Volg de e-learning

In de e-learning Communicatie met patiënten wordt u meegenomen, aan de hand van verschillende situatieschetsen, in het belang van verbale én non-verbale communicatie.

Bram-en-Rutger-in-gesprek

  1. Bae H, Park H. Sexual function, depression, and quality of life in patients with cervical cancer. Support Care Cancer. 2016;24(3):1277-83.
  2. Haber L, Allen A, Rune KT. Sexual quality of life following a cancer diagnosis: a qualitative study. Support Care Cancer. 2023 Jan 21;31(2):125.
  3. Jackson SE, Wardle J, Steptoe A, Fisher A. Sexuality after a cancer diagnosis: A population-based study. Cancer. 2016;122(24):3883-91.
  4. NFK. Intimiteit en seksualiteit na kanker, wat is jouw ervaring? Utrecht: NFK; 2025. Geraadpleegd op: 31 oktober 2025.
  5. Rossi A, et al. Sexual health in cancer care: a narrative review and position statement from the Italian Association of Medical Oncology (AIOM). ESMO Open. 2025;10(6):105311.
  6. Rouanne M, et al. Evaluation of sexuality, health-related quality-of-life and depression in advanced cancer patients: A prospective study in a Phase I clinical trial unit of predominantly targeted anticancer drugs. Eur J Cancer. 2013;49(2):431-8.

NL-NON-03353 I oktober 2025